Een wielerbelofte sterft na een fatale val in een Belgische ronde. Een ongeluk, denkt iedereen. Tot een ex-coureur, die zelf in een rolstoel is beland, de weduwe de vertraagde beelden van de smak bezorgt. Ze wil uitzoeken wie haar man met een duw de dood heeft ingejaagd. Daarover gaat de nieuwe roman van Louis van Dievel. De auteur valt meteen in huis met een koersverslag.
Louis van Dievel – Ja, het rechtstreekse verslag van de laatste kilometer van de Baloise Belgium Tour uit 2014, met aankomst op De Wandelaar in Knokke-Heist. Dat is een vaste prik in die ronde, en in de jaren waarover ik spreek, won meestal Tom Boonen daar. In de laatste kilometer van die wedstrijd valt ook een coureur, dat is voor mij eigenlijk het begin van de roman. Hij komt tussen twee geparkeerde auto’s terecht, breekt zijn nek en sterft.
Je hebt je voor je boeken altijd erg goed gedocumenteerd en je hebt hier hulp gekregen van een van onze grootste wielerkenners.
Ik ben altijd gefascineerd geweest door het wielrennen, van toen ik een kleine jongen was, maar natuurlijk wou ik in dit boek geen stommiteiten schrijven, want dan zou ik tamelijk erg worden uitgelachen, en terecht. Dus ben ik bij Michel Wuyts te rade gegaan, een oud-collega bij de VRT, we kenden elkaar als collega’s, maar nog niet zo goed, behalve de laatste jaren, omdat hij ook een fan is van mijn boeken en ik een fan ben van zijn commentaarstijl. Ik heb hoofdstuk per hoofdstuk naar hem doorgemaild met de vragen: is het zo, gaat het zo, is dat wat ik heb geschreven mogelijk, of schrijf ik stommiteiten? Hij antwoordde dan.
Je boek is fictie, maar denk je dat zulke dingen echt kunnen gebeuren in het peloton of dat ze al gebeurd zijn? Een duw, en dan een doodsmak?
Dit zou zeker echt kunnen gebeurd zijn. Ik ben ook te rade gegaan bij oud–coureurs. Ze hebben mij bijvoorbeeld het verhaal verteld van de Sluitingsprijs in Putte-Kapellen, de laatste wedstrijd op Belgische bodem en een kermiskoers, maar heel belangrijk, voor veel coureurs is het de laatste kans om een nieuw contract te versieren. Daarom krijg je in die koers ook de meest verrassende winnaars. Eén van die oud-coureurs vertelde me dat hij geen onenigheid wou met een andere coureur die per se wilde winnen. Toen hij de sprint aanzette, kreeg hij ook een duw, hij kwam in het decor terecht en brak zijn sleutelbeen, gelukkig niet zijn nek. Hij heeft het overleefd, hij zei wel dat het geen schering en inslag is, maar dat de broodnijd soms zo erg is, dat er inderdaad ook wel opzettelijke duwen worden uitgedeeld.
Vormt het peloton een blok tegen diegene die je een indringer zou kunnen noemen?
Er is al veel veranderd in de koers, in het peloton, maar één ding bestaat nog altijd, namelijk die fameuze en beruchte omerta. Dat ondervindt de weduwe van mijn coureur in mijn roman, want wanneer zij de beelden ziet van die opzettelijke duw, gaat zij op zoek naar degene die die duw heeft uitgedeeld. De rangen worden gesloten en iedereen weigert iedere commentaar. Zij botst op die muur, die bestaat nog altijd.
Het is een schets van het wielermilieu, verpakt als een soort whodunit, maar het beeld is niet altijd even fraai …
Dat is zo, wat wij op televisie zien, zijn meestal die grote wedstrijden, de Worldtour-wedstrijden, maar je hebt nog altijd die kleine ploegjes, daarover gaat het in mijn roman, de kermisploegen, de continentale ploegen. De coureurs hebben soms een halftijds contract en verdienen 500 euro netto in de maand, maar ze moeten wel voltijds werken en trainen. Als ze heel veel geluk hebben, krijgen ze wat ze daar in het milieu een RVA-contract noemen. Ze krijgen dan 1250 euro netto in de maand, wat betekent dat die coureurs als ze hun hobby, want dat is het eigenlijk, willen blijven uitoefenen, de steun moeten krijgen van hun ouders of van hun lief, van hun vrouw, of van allemaal tegelijk.
Het leven van een jonge coureur is hard?
Ja, dat is heel hard, je kunt geen vrienden hebben in het peloton, je beste vrienden zijn soms je grootste vijanden. Het is echt ieder voor zich, want iedereen wil per slot van rekening toch een wedstrijd winnen of wil in de ontsnapping van de dag op televisie komen, daarvoor worden ook de gemeenste stoten uitgehaald.
Delen van je boek zijn verslagen, pleidooien bijna, het maakt het allemaal heel echt …
Ik wilde een boek schrijven dat de lezer niet kan wegleggen, waarin hij vanaf de eerste pagina bij zijn nekvel wordt genomen en blijft lezen. Om dat te kunnen bewerkstelligen, moet je wel een afwisselende stijl gebruiken. Ik heb dus stukken dialoog tussen slechteriken beschreven, ik heb er krantenartikels in verwerkt, koersverslagen en ik heb beetje bij beetje in plaats van oplossingen te vinden, of te bieden, of de waarheid aan het licht te laten komen, altijd maar meer vragen toegevoegd aan het verhaaltje. Uiteindelijk weet niemand wie wat heeft gedaan en wie de dader is geweest.
De dialogen zijn pakkend, net als de sfeer: een moeder die haar kind verliest, een man die niet zo proper bezig is, en een grootmoeder die die moeder met de voeten op de grond probeert te houden. Je laat alles ook op een heel natuurlijke manier verlopen.
Dialogen moeten levensecht zijn. Je moet wel een schema hebben, je moet weten: daar ga ik naartoe, je kunt de weg ernaar een beetje verleggen. Schrijven is ook je instinct volgen, je ingevingen volgen, neen zeggen, dat heb ik helemaal niet gedacht, maar ik ga het toch wel doen. Je moet wel een eindpunt in zicht hebben.
Wat is de sterkte van dit boek?
De sterkte van het boek is de vaart die erin zit. Daarvoor heb ik heel erg mijn best gedaan door korte hoofdstukken, goede dialogen te schrijven. Dat idee om er krantenartikels in te verwerken, krantenartikels uit Het Belang van Limburg, omdat het om een Limburgse coureur ging en krantenartikels uit het Nieuwsblad, omdat dat de koerskrant bij uitstek is, was goed. Dialogen tussen mensen die niet bij naam worden genoemd, afwisselend hoe het gerecht omgaat met de hele zaak, wat de weduwe nog probeert te doen, hoe zij dit allemaal verwerkt, hoe ze wordt tegengewerkt, … de vaart moest erin zitten. Daarin ben ik wel geslaagd.
‘De koers’ van Louis van Dievel is een pageturner die we gretig hebben gelezen. Uitgegeven bij Pelckmans
Roland Bergeys
De koers Louis van Dievel Uitgeverij Pelckmans Paperback 254 pagina’s ISBN 9789464019186