Bomen zijn voor de meesten vrijblijvende objecten. Gelukkig dat we er een in de tuin hebben, voor de schaduw en de appeltjes; vervelend voor de hopeloze bladermassa in de herfst. Wordt hij te groot, dan zagen we hem om. Eeuwenoude bossen worden gerooid. Ze staan in de weg. In het beste geval worden elders jonge vervangers aangeplant. Tegen 2050 zal het Amazonewoud met meer dan 40% gereduceerd zijn, door de aanleg van wegen, hydro-elektrische installaties, mijnbouwprojecten en de oprukkende landbouw en veeteelt. Toch is het van levensbelang, de oerbossen in hun oorspronkelijke staat te bewaren.
“Bomen leren ons om te gaan met klimaatverandering en kunnen ons redden”, schrijft de Duitse bosbouwer Peter Wohlleben. Dé oplossing is: bossen te herstellen door ze alle vrijheid te geven en het bosoppervlak uit te breiden. De natuur weet zeer goed wat ze moet doen om de gevolgen van de ramp die wij veroorzaakt hebben te herstellen. Wat wij kunnen doen, is dat mogelijk maken. Een bos is geen gemeenschap van individuele planten. Het is een levend interagerend geheel gebaseerd op uitwisselingen van energie, voedingsstoffen, water en informatie. Wohlleben beschrijft hoe onze manier om bossen te exploiteren bijdraagt tot onze ondergang. Zelfs de vervanging van echte bossen, gemengd qua soorten en leeftijd, door monoculturen van productiehout van dezelfde leeftijd is rampzalig.
Bomen en bossen zijn miljoenen jaren oud en hebben enorme leerprocessen doorgemaakt, waardoor zij over onvermoede aanpassingsmogelijkheden beschikken. Bossen zijn intelligent: ze weten hoe ze problemen kunnen overleven, want ze hebben het allemaal al eens meegemaakt. Ze weten wat ze moeten doen in geval van droogte of wateroverlast, in geval van extreme koude of hitte; ze kunnen goed omgaan met parasieten met wie ze al eeuwenlang dezelfde omgeving delen. Bovendien blijken ze in staat deze kennis door te geven aan hun nakomelingen, op zich al een reden om zoveel mogelijk oude bomen te behouden. Dit zijn vaststellingen op grond van geavanceerde wetenschappelijke onderzoekstechnieken. Bossen zijn airco’s en waterpompen, zuurstofleveranciers en CO2-stofzuigers. Hoe ouder het bos, des te meer dit het geval is. Uit klimaatarcheologisch onderzoek blijkt dat bossen gedurende millennia ons klimaat gemaakt hebben, op het vlak van water en zuurstof, dé twee voorwaarden voor leven.
Om de haverklap horen we dat de oplossing voor de klimaatverandering er zal komen dankzij technologische hoogstandjes. “Neen”, zegt Wohlleben, “geef het land terug aan het bos om onze overlevingskansen te vergroten. Laat de natuur haar gang gaan.” Een land als Japan toont respect en ontzag voor de levenskracht van deze mastodonten van de natuur die de aarde met de hemel verbinden. Met hun wortels staan ze in de grond, met hun takken reiken ze naar de hemel. Bomen worden er aangezien als een bron van universele energie om emotionele en fysieke genezing te bewerkstelligen. In Japan gaat men wandelen tussen de bomen om het immuunsysteem te stimuleren en de negatieve energie weg te werken. Boomknuffelen is er de normaalste zaak van de wereld en wordt door dokters voorgeschreven. Op die manier absorbeert de mens de wijsheid van oude wouden en bossen. Geen wonder dat u me weldra in het stadspark een eeuwenoude eik zal zien knuffelen.
Marc van Riel
“Wie een boom plant, plant hoop” (Lucy Larcom)