Benjamin
Verongelijkt, eenzelvig en stuurs
straalt hij starend
doffe ongelukkigheid uit.
Naakt en vernederd,
met onhandige handen
en torenhoge oren
ondergaat hij
vol onbegrip, maar
onverstoorbaar-koppig
’s mensen toorn.
Hult zich in sprekend
stilzwijgen.
Koestert zijn eenzaam toevluchtsoord
in het dauwzachte groen.
Weerspiegelt zijn anders-zijn
ons eigen onbestemd ongemak,
ons eeuwige, onzegbare
onbehagen?
(Bij de sculptuur van Maen Florin – De Haan – Boszone tegenover Prins Albertpark – en parking)